Drachten
Lavendelheide,
Drachten

x = 204.33
y = 568.56
    05-01-2002

De locomotieven en rijtuigen die her en der in Nederland staan opgesteld zijn doorgaans bedoeld als herinnering aan een reeds lang verdwenen spoorlijn. Zo niet in Drachten, waar vanaf de snelweg het futuristisch ogende treinstel Transrapid 06 zichtbaar is als voorbode van de toekomstige Zuiderzeelijn. Deze lijn moet via Lelystad, Heerenveen en Drachten lopen en zo een snelle verbinding gaan vormen tussen Amsterdam en Groningen. Als een van de grootste steden in Nederland zonder eigen spoorwegstation is Drachten een groot voorstander van de Zuiderzeelijn. Men heeft hierbij evenwel een duidelijke voorkeur voor aanleg in de vorm van een magneetzweefbaan, een voorkeur die met de plaatsing van de 06 naast de A7 nog eens moet worden onderstreept.

De Transrapid 06 was in 1984 het eerste magneetzweeftreinstel dat op de proefbaan bij Lathen werd gebruikt, en daarbij ooit een maximumsnelheid van 412.6 km/h bereikte. Het treinstel bestond uit twee delen, het ene gevuld met meetapparatuur en het andere voorzien van stoelen zodat ook bezoekers met een proefrit mee konden rijden. In 1990 werd de 06 buiten dienst gesteld en werd het deel waarin de meetapparatuur zat overgebracht naar een museum in Bonn. De andere helft bleef tot eind 1999 bij het bezoekerscentrum in Lathen staan als tentoonstellingsobject. Aan het eind van dat jaar werd de 27 meter lange en 55 ton zware zweeftrein echter bij wijze van oudejaarsstunt door de vereniging "Frystaat Folgeren" naar Drachten 'ontvoerd' en op nieuwjaarsdag neergezet bij een plaatselijk hotel, waar het in de dagen erna zo'n 100.000 nieuwsgierigen naar Drachten trok. Oorspronkelijk was het nog de bedoeling dat de 06 hierna snel weer naar Lathen terug zou keren, maar gezien de grote belangstelling werden er vanuit de gemeente al gauw pogingen ondernomen om de 06 voor langere tijd als 'promotie-object' te mogen gebruiken, en met succes. De zweeftrein werd eerst nog enkele maanden op een bedrijventerrein opgeborgen om vervolgens in augustus 2000 op zijn huidige plek te worden neergezet, waar deze vijf jaar mag blijven staan.